Wat te doen met een half miljoen?

Value Square: ‘Te veel risico’s verbonden aan obligaties’
Wij raden twee zaken aan’, zegt gedelegeerd bestuurder van Value Square Koen Hoffman. ‘In de eerste plaats een groot deel cash aanhouden, om te investeren in vastrentende producten als die interessant worden. De obligatiemarkten bieden met de huidige bodemrentevoeten geen opwaarts potentieel. Integendeel: er zijn te veel risico’s aan verbonden.’ ‘Een tweede deel van het vermogen gaat het best naar aandelen voor de lange termijn. Wij geloven niet in gestructureerde producten of indexfondsen, maar in rechtstreekse beleggingen in bedrijven. Die kiezen we wereldwijd in ons Value Square Fund, en op de Brusselse beurs met ons fonds Equity Belgium. We nemen amper een vijftigtal namen op in ons fonds, geen honderden zoals sommige beheerders. Een uitgebreidere portefeuille verhoogt de risico’s in plaats van ze te verminderen,want te veel aandelen kan je toch niet opvolgen.’
Wij geloven niet in gestructureerde producten of indexfondsen, maar in rechtstreekse beleggingen in bedrijven. GEDELEGEERD BESTUURDER VALUE SQUARE - KOEN HOFFMAN
Familiale bedrijven
‘We kiezen voor value investing, beleggen in waardeaandelen’, gaat Hoffman verder. ‘Ten eerste zoeken we naar bedrijven met een hoog cashflowpotentieel. Dus geen jonge ondernemingen die net naar de beurs gekomen zijn of biotechers die nog geen winst maken. We zijn geen ‘eventdriven’ beleggers die snel in- en uitstappen als een feit zich voordoet. We sporen de juiste bedrijven op en houden die dan erg lang aan. Het gemiddelde aandeel in ons fonds zit er al langer dan zes jaar in. Ten tweede moet de waardering lager liggen dan het gemiddelde van de MSCI World Index, moet het dividend hoger uitvallen, en de schulden dan weer lager. Ten derde moeten de bedrijven bestand zijn tegen de digitalisering van de economie: een nieuwe technologie mag de onderneming niet eensklaps de genadeslag geven. Denk aan een theeplantage of een lingeriemaker als Van de Velde: die kan je niet zomaar vervangen. Ten vierde zoeken we vooral naar bedrijven met een familiale verankering. Drie vierde van onze portefeuille bestaat uit familiale bedrijven. Die doen doorgaans minder gekke dingen, en zijn dus veiliger.’
Hoofd vermogensbeheer Patrick
Millecam geeft enkele voorbeelden die in
die strategie passen: ‘De grootste positie
in ons België-fonds is Barco. De beeldvormingsgroep heeft veel cash, betaalt een
mooi dividend, bezet met haar technologie grote marktaandelen en heeft de
ruimte om haar marges te verhogen.
Bovendien heeft Barco een familiaal
karakter sinds ondernemer Charles
Beauduin het belang van de investeringsmaatschappij Gimv overnam. Hij pakt het
bedrijf dynamischer aan.’
‘In Duitsland hebben we BMW. De
autobouwer noteert tegen amper 7,5 keer
de winst en levert een dividendrendement
op van4procent. Een Indisch aandeel in
onze portefeuille is Bajaj. Die holding,
actief in financiën en moto’s, noteert met
een korting van 50 procent en profiteert
van de snel groeiende Indische economie.
Ook is Bajaj de marktleider in sommige
Afrikaanse landen met haar motoren. In
Azië zijn we fan van Jardine, een holding
met een korting van 45 procent en een
staat van dienst van 185 jaar.’
Merit Capital: ‘We trekken voluit de aandelenkaart’
‘Als we 500.000 euro op dit
moment op lange termijn
willen beleggen,moeten we
er rekening mee houden
dat de economische groei
wereldwijd al geruime tijd
laag is. En het ontbreekt aan een katalysator om die groei te versnellen’,trapt vermogensbeheerder Rob Siegersma van Merit
Capital af. ‘De meest optimistische verwachtingen zijn volgens het Internationaal
Monetair Fonds voor de opkomende markten, met een verwachte groei van 4,6 procent.’
‘Obligaties nemen we niet op. Door het
bijzonder ruime monetaire beleid zijn de
rendementen voor bedrijfs- en staatsobligaties in Europa bijzonder laag of zelfs
negatief. Het koersrisico is bovendien hoog
als de rente weer begint te stijgen. Het is
daarom niet interessant om in die zwaar
overgewaardeerde obligaties te beleggen.
Ook obligaties in vreemde valuta zijn weinig aantrekkelijk wegens hun hoge volatiliteit en de wisselkoersrisico’s.’
Innovatieve bedrijven
Merit trekt daarom volop de aandelenkaart. ‘In tijden van lage groei en technologische innovatie kiezen wij voor aandelen(fondsen) die dankzij disruptieve technologieën een almaar groeiende voorsprong op hun concurrenten uitbouwen. Die ondernemingen zijn vaak gestart als technologiebedrijf, maar in tussentijd veroverden ze een aanzienlijk marktaandeel in ‘klassieke’ sectoren, denk aan Uber in de taxisector of Airbnbin het hotelwezen. Het leek in het verleden ondenkbaar: een taxibedrijf dat zonder auto’s functioneert en een hotelketen die geen hotels bezit. Ze fungeren eerder als platformen die op een efficiënte manier en met immense schaalvoordelen sectoren compleet op hun kop zetten. Zo heeft Apple de muziekindustrie onherkenbaar hertekend met zijn iTunes, en dicteren Alibaba, Amazon en Zalando met vooruitstrevende technologieën de wet in de retailsector.’
De groei in de opkomende markten is twee à drie keer zo hoog als in Europa en mag daarom als thema niet ontbreken.VERMOGENSBEHEERDER MERIT CAPITAL - ROB SIEGERSMA
Merit kiest voor een verdeling van 70 procent van het kapitaal in zeven fondsen, die elk een gewicht van 10 procent in de portefeuille krijgen. Dertig procent wordt geïnvesteerd in individuele aandelen. ‘Ons eerste fonds is Gavekal Knowledge Leaders, dat belegt in innovatieve bedrijven die sterk investeren in onderzoek & ontwikkeling, in merken en in de opleiding van het personeel. Het tweede, Janus Global Life Sciences, belegt in farma, biotechnologie, medische apparatuur en dienstverlening aan de gezondheidszorg. Merit Care selecteert via een kwantitatief model dan weer aandelen met een lagere volatiliteit in dalende markten, met een lager risico op negatieve uitschieters en met een lage onderlinge correlatie. Het fonds slaagt er telkens opnieuw in om beduidend minder te dalen tijdens correcties. Dat veroorzaakt niet alleen minder grote tussentijdse schommelingen in de portefeuille, maar leidt ook tot een hoger rendement.’
Ook kiest Merit voor Pictet Security, dat
belegt in drie belangrijke segmenten in de
beveiligingssector, en Quest Cleantech,
dat investeert in innovatieve cleantechbedrijven in gebieden zoals hernieuwbare
energie, energie-efficiëntie, water, afval- en
milieubeheer en nieuwe materialen. Tot
slot zitten de groeilandenfondsen Robeco
Emerging Conservative Equities en
Templeton Emerging Markets in de portefeuille. ‘De groei in de opkomende markten is twee à drie keer zo hoog als in Europa
en de VS en mag daarom als thema niet
ontbreken’, stelt Siegersma.
Bij de dertig procent individuele aandelen die Merit Capital selecteert, zit één Belg:
de Waalse specialist in protontherapie IBA
Puilaetco Dewaay: ‘Aandelen zijn duur, obligaties extreem duur’
‘Een klant met een neutraal profiel betekent - om het gemakkelijk te houden - een portefeuille met zo’n 50 procent aandelen’, zegt hoofdstrateeg Frank Vranken van Puilaetco Dewaay. ‘Maar binnen dat profiel is er altijd een bandbreedte. Die kan bijvoorbeeld 40 tot 60 procent zijn voor de aandelen. Omdat we de 500.000 euro voor een vaste periode van 10 jaar investeren, zou ik voor meer groei kunnen gaan en dus voor meer aandelen. Maar ik doe dat niet en neem 50 procent, want ik beschouw de aandelenmarkten - en vooral de Amerikaanse - als eerder duur.’
‘Bij de aandelen leg ik het accent op
bepaalde thema’s: cyclische sectoren,
dividendwaarden en - vooral voor de
Amerikaanse aandelen - technologie, met
een sterke voorkeur voor alternatieve
intelligentie en digitalisering. Voor aandelen uit de groeilanden geef ik een overgewicht aan India.’ In Vrankens aandelenportefeuille gaat 20 procent naar Europa,
15 procent naar de VS, 5 procent naar
Japan en 10 procent naar bedrijven uit de
groeilanden.
‘Obligaties geef ik een kleiner gewicht van 30 procent, want de meeste zijn extreem duur. Zeker overheidsobligaties, waarvan er veel zelfs met een negatieve rente noteren. Gewone Europese overheidsobligaties zitten niet in mijn selectie. Wel enkele met kortere looptijden in de inflatiegelinkte klasse. De enige overheidsobligaties die ik overhoud, zijn Amerikaanse Treasuries.’ Vranken gaat voor 8 procent Amerikaans staatspapier, 8 procent Europese bedrijfsobligaties, en telkens 7 procent inflatiegelinkt papier en obligaties uit de groeilanden.
De enige overheidsobligaties die ik overhoud zijn Amerikaanse TreasuriesHOOFDSTRATEEG PUILAETCO DEWAAY - FRANK VRANKEN
Behalve 50 procent in aandelen en 30 procent in obligaties, gaat 13 procent van de 500.000 euro naar alternatieve investeringen. ‘Een groot deel naar goud, een belangrijk deel naar vastgoed en naar andere grondstoffen’, stelt Vranken. ‘Ook marktneutrale fondsen komen voor dit deel in aanmerking. Vaak zijn dat aandelenfondsen die geen marktbeweging ondergaan maar trachten te profiteren van divergenties tussen sectoren en van andere opportuniteiten zoals overnamebiedingen. Het uiteindelijke doel is diversificatie versus obligaties en aandelen.’
Vranken benadrukt dat hij voor alle
investeringen wegens het ‘kleinere
bedrag’ hoofdzakelijk voor fondsen
opteert. ‘De kostprijs stijgt immers snel
voor een portefeuille met individuele
effecten. Bovendien loopt de grootte van
een individuele lijn in obligaties al snel op
tot minstens 100.000 euro, wat de diversificatie bemoeilijkt.’
Ten slotte gaat 7 procent naar cash. ‘Een
relatief grotere positie dan normaal om te
kunnen profiteren van de toenemende
volatiliteit die ik verwacht’, besluit de
Puilaetco Dewaay-strateeg.
Degroof Petercam: ‘Europese aandelen. Met wat goud erbij’
De groei van de 500.000 euro op lange termijn vormt de eerste doelstelling van de portefeuille’, begint Marc Van Goethem, directeur Private Banking bij Degroof Petercam. ‘Inkomsten behalen en het kapitaal op korte termijn behouden, zijn ook belangrijk maar toch een secundaire doelstelling.’
De private banker gaat voor maximaal
65 procent in aandelen. De eerste pijler
van de strategie is diversificatie: zoveel
mogelijk spreiden over de verschillende
continenten en via diverse beheerstijlen
en beheerscapaciteiten. ‘Daarbij zoeken
we naar waarde, activa die ondergewaardeerd zijn tegenover hun intrinsieke
waarde. Dat is belangrijk, want op lange
termijn komt die waarde bovendrijven’,
stelt adviseur Thomas Van Rompuy.
Tegelijk kiest Degroof Petercam voor
een asymmetrisch beheer: de aandelenportefeuille afbouwen als de koersen
dalen. ‘We leggen een bodemniveau vast.
Die strategie beperkt de verliezen op
korte termijn en heeft een aantrekkelijk
resultaat als doel op middellange termijn.
Het helpt de cliënt ook om paniek te vermijden in tijden van stress op de financiële markten.’
Het beurshuis investeert niet alleen in
de eigen fondsen, een deeltje van het half
miljoen euro gaat naar de patrimoniumfondsen van andere beheerders. Degroof
Petercam deed met een gelijkaardige portefeuille een ‘backtesting’, een berekening
van wat dat zou opgeleverd hebben in het
verleden. De resultaten over 15 jaar
schommelden tussen -12 en +19,7 procent
Europese bedrijven hebben meer potentieel om hun marges te verbeteren dan Amerikaanse.DIRECTEUR PRIVATE BANKING DEGROOF PETERCAM - MARC VAN GOETHEM
Van Goethem is het meest optimistisch over Europese aandelen. ‘Als langetermijnbelegger is de risicopremie van belang en die is momenteel hoog. Je krijgt met andere woorden voldoende rendement om het aandelenrisico te nemen. Ook hebben de Europese bedrijven meer potentieel om hun marges te verbeteren. De impact van het brexitreferendum blijft tot dusver beperkt.’
Tegenover Amerikaanse aandelen
staan we negatief. Ze zijn duurder dan de
Europese en ook duurder dan het eigen
historisch gemiddelde. De potentiële
winstgroei is lager in vergelijking met
andere regio’s omdat de winstmarges al
piekniveaus hebben bereikt en sommige
Amerikaanse uitvoerders lijden onder de
sterkere dollar. We zijn ook pessimistisch
over Japanse aandelen. De neerwaartse
bijstellingen van de winstverwachtingen
zijn er het grootst van alle ontwikkelde
markten. Tegenover aandelen van de
groeilanden staan we neutraal.’
‘Ook goud verdient een positie in de
portefeuille’, gaat Van Goethem verder.
‘Het brengt bijkomende diversificatie
omdat het een actief is dat in bepaalde
scenario’s in waarde kan blijven stijgen,
zeker als de politieke risico’s toenemen en
de (reële) renteniveaus op of zelfs onder
nul liggen.’
‘Aan staatsobligaties willen we ons niet
te veel blootstellen. Bedrijfsobligaties
met een goede rating interesseren ons
wel, nu ze een onderdeel zijn geworden
van het aankoopprogramma van de
Europese Centrale Bank.’
Bron
Serge Mampaey - De Tijd
Bijgevoegde downloads
Wat te doen met een half miljoen? | Download |