De ETF-revolutie
Mijlpaal van de maand: de globale markt van exchange traded funds (trackers of ETF’s) rondde zopas de kaap van 3.000 miljard dollar. Alleen al in 2015 verzamelde de sector 372 miljard dollar aan verse beleggersgelden. En het momentum lijkt nog te verstevigen. Fidelity, zowat de laatste grote vermogensbeheerder die nog niet in de ETF-markt zat, gaat nu ook overstag. Tja... Een sneeuwbal die een steile berg afrolt op pakkende sneeuw wordt snel zeer groot. Tegen 2020 zullen we al voorbij 5.000 miljard zitten, voorspelt de consultant PwC. In België is de opmars van ETF’s trouwens nog verschroeiender dan elders, met dank aan de speculatietaks. Die wordt immers niet geheven op ETF’s.
Dat baart me zorgen. Niet
dat ik tegen ETF’s ben. Het
was 20 jaar geleden een uitstekend idee om fondsen die
beursindexen schaduwen als
een aandeel op de beurs te
laten verhandelen: goedkoop,
liquide, simpel, en je hebt als
kleine belegger de hele wereld
binnen handbereik. Er zijn tegenwoordig immers duizenden ETF’s beschikbaar, gebaseerd op elk mogelijk denkbaar financieel actief. Mijn
bezorgdheid spitst zich toe op drie domeinen. Ten eerste wordt het ‘ecosysteem’
simpelweg te groot. ETF’s deinen niet mee op de golven van de onderliggende
koersen, ze versterken ze. ETF’s beleggen in indexen. Ze beleggen dus in aandelen
die in indexen zitten: de steraandelen. De handel spitst zich toe op een beperkt
aantal overbekende multinationals, die dus veel meer in groep bewegen. De kloof
tussen koers en fundamentele waarde wordt groter. Jack Bogle, de oprichter van
de fondsenreus Vanguard en uitvinder van het concept ‘indexbeleggingen’ dat aan
de basis ligt van de ETF’s, zei vorig jaar: ‘Ja, het is hoog tijd dat de ETF-industrie en de
regulatoren de sector herbekijken.Waarom? Alleen al omwille van de marktgrootte,
maar ook wegens de kwetsbaarheid van deze reuzenspeler in tijden van marktstress.’
Ten tweede is slechts een bijna verwaarloosbare minderheid van de beleggers
in ETF’s geïnteresseerd in de lange termijn. Uit een studie van de Goethe Universiteit in Frankfurt (‘Abusing ETFs’) blijkt dat kleine beleggers in ETF’s gemiddeld significant slechter presteren dan de markt. Deels omdat ze de verkeerde ETF
kopen, maar vooral omdat ze op het verkeerde moment handelen. Duur kopen,
goedkoop verkopen. En omdat ze met zovelen zijn versterken ze met dit gedrag de
trend, die dan meestal in tranen eindigt.
Ten derde zijn al lang niet meer alle ETF’s zo simpel. Beleggers, vaak mensen
met weinig ervaring, stappen gaarne over op ‘inverse ETF’s’ (inspelend op koersdalingen) en ‘leveraged ETF’s’ (procentueel veel grotere winsten of verliezen dan de
onderliggende indexen). Even makkelijk te kopen, maar met niet te onderschatten
verborgen kosten. Bogle, nog eens: ‘De enige partijen die winnen in de ETF-business
zijn de makelaars en de ontwikkelaars.’
Misschien ben ik te somber. Misschien is deze doorbraak van een grote industrie
te vergelijken met de spoorwegrevolutie van de 19de eeuw, zoals de belegger Peter Sleep in de Financial Times zei: ‘Ook toen vreesden velen dat door de komst van
de trein kippen niet meer zouden leggen, dat koeien niet meer zouden grazen en dat
mensen zouden verpulveren aan die verbijsterende snelheid van 20 km/uur.’
Bijgevoegde downloads
De ETF-revolutie | Download |